Ondergelopen voetbalvelden, zeilwedstrijden die worden afgelast vanwege extreme wind, marathons in de nachtelijke uren en niet meer op tenniskamp in de zomervakantie. De veranderende sportwereld stond centraal in het Leiderschapsprogramma Duurzaamheid in de Sport, dat in de eerste helft van 2024 plaatsvond aan de TU Delft. Dat het slecht gaat met het klimaat zal voor de deelnemers geen verrassing zijn, zegt TU-hoogleraar Herman Russchenberg. Hij is directeur van het Climate Action Programme en sprak op de openingsbijeenkomst. “Dat lees je in de krant. Maar beseffen is een tweede. Na afloop kwamen deelnemers naar me toe die zeiden: ik dacht dat ik alles wel wist, maar het is nog erger dan ik me realiseerde.”
Precies daarom was urgentie hét thema van de eerste bijeenkomst, zegt Daan Bregman. Hij is directeur van het Sports Engineering Institute, waar het sportonderzoek aan de TU Delft gebundeld is. Zonder urgentiegevoel geen daadkracht, is zijn redenatie. In de tweede en derde bijeenkomst lag de nadruk op de verduurzamingskansen voor de sport en de uitvoering daarvan.
Bregman zette het programma samen met NOC*NSF op. De deelnemers waren bestuurders uit de Nederlandse sportwereld en grote sportsponsoren als de Rabobank. De kwestie die op tafel lag was tweeledig, aldus Bregman. Enerzijds, welke impact heeft klimaatverandering op de sport? Anderzijds, welke impact heeft de sportwereld op het klimaat en hoe kan dat anders?
Gezamenlijke agenda
Deelnemer Guido Davio, directeur breedtesport bij NOC*NSF, voegde daar nog een vraag aan toe: hoe kunnen sportorganisaties samen verduurzamen? Er gebeurt al veel, zegt hij, maar het hangt nog niet echt samen. “Terwijl we het meest bereiken als we een gezamenlijke agenda hebben.”
Ook Dirk van den Bosch ziet samenwerking als belangrijkste doel van de cursus. Vanuit het Nationaal Klimaatplatform, opgezet door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, is het zijn taak om knelpunten te signaleren en organisaties te helpen met verduurzaming. Hij is, kortom, een ‘verbinder’. Het programma is perfect voor die rol, ziet hij. “Ik leer veel over de sportwereld, en hoe ik vanuit dat perspectief naar klimaatbeleid kan kijken. Om hen goed te kunnen helpen, moet ik weten wat zij nodig hebben.” Nederland kan een wereldwijde voortrekkersrol pakken, gelooft Van den Bosch. “Er zijn niet veel plekken op de wereld waar men op deze manier nadenkt, in zo’n driehoek van wetenschappers, bestuurders en overheid. Daar kan Nederland leidend in zijn.”
De wetenschappelijke inbreng van de TU Delft is essentieel, vindt NOC*NSF-directeur Davio. “Wetenschappers hebben de ervaring, de inhoudelijke kennis en weten hoe ze een ingewikkeld vraagstuk als dit moeten modelleren. En anders dan wij, worden zij in hun ideeën niet gehinderd door de dagelijkse praktijk van de sportwereld.”
‘We bereiken het meest als we een gezamenlijke agenda hebben’
Het Leiderschapsprogramma werd georganiseerd door de TU Delft in samenwerking met NOC*NSF. De dertig deelnemers werden in de eerste helft van 2024 vier keer verwacht in het Co-Creation Centre van The Green Village op de TU-campus. In de eerste module stond de urgentie centraal, in de tweede de kansen die verduurzaming biedt voor de sport en in de derde module was het tijd voor actie. Tijdens een diner op 18 juni presenteren de organisatoren en deelnemers samen een verduurzamingsplan voor de komende vier jaar.
Enorm bereik
Je zou simpelweg kunnen stellen: iedereen moet zijn steentje bijdragen, dus ook de sportwereld. Maar er zijn meer redenen waarom specifiek verduurzaming van de sport belangrijk is, zegt onder andere deelnemer Ron Francis, financieel directeur bij de KNVB. “Met 1,2 miljoen leden hebben wij een enorm bereik in Nederland. We kunnen het houden bij zonnepanelen op ons hoofdkantoor, maar we bereiken veel meer als we ook anderen beïnvloeden.”
Dus is het sportveld volgens Francis bij uitstek de plek om met kleine maatregelen veel te bereiken. Zo is de voetbalbond bezig om recreatieve competities slimmer in te delen. In het algoritme dat de indeling bepaalt, speelt reisafstand dan een grotere rol, zodat de CO2-uitstoot beperkt wordt. Francis: “Idealiter delen we de schema’s zo in dat je op de fiets naar bijna alle wedstrijden kan. Daarmee besparen we duizenden reiskilometers.”
Ook Davio is al langer bezig om verduurzaming in de praktijk te brengen. Vanuit NOC*NSF voert hij gesprekken met gemeentes om sportaccommodaties te verduurzamen. Dat loopt heel goed, zegt hij. Er is zelfs meer vraag naar verduurzamingssubsidie dan er beschikbaar is. Het verduurzamen van sportaccommodaties is niet alleen goed nieuws voor het klimaat, maar ook voor de bankrekening van de sportvereniging. Dat ziet ook Francis: “Neem de hoge gasrekening door douchen na de training. Dat is voor veel verenigingen een hoofdpijndossier. Dat probleem los je deels op door te verduurzamen.”
Bezorgdheid
Kleine veranderingen, groot verschil. Dat credo geldt voor Sportvisserij Nederland, goed voor bijna 700 duizend leden. HR-manager en cursusdeelnemer Frodo de Valk ziet hoe sportvissers met lede ogen aanzien hoe de viswateren veranderen onder invloed van klimaatverandering. “Voor hun sport zijn biodiversiteit en voldoende waterkwaliteit enorm belangrijk. Alleen dan kan er gevist worden. Ik zie daar een enorme bezorgdheid over het milieu.” De visbond zet al volop in op verduurzaming, zegt De Valk. Zo moedigt de organisatie leden aan om, vooruitlopend op nieuwe wetgeving, alvast te kiezen voor materiaal zonder het schadelijke lood.
Bij vervuiling of laag water rukt de ‘Visambulance’ uit, en zetten vrijwilligers de vissen op een verantwoorde manier ergens anders uit. En mede dankzij de bond zwemt een zeldzame vis als de Europese steur weer rond in Nederland. De verenigingssport in Nederland wordt wel eens een soort ‘lijm voor de samenleving’ genoemd. Ze is een bron van inspiratie, zegt Francis (KNVB), een aanjager van maatschappelijke ontwikkeling. De Valk benadrukt de invloed van (vis)sport op de mentale gezondheid. “Noem het de inner green deal. Sporten is enorm belangrijk voor de mentale gezondheid en de sociale cohesie. Dat is ook een vorm van duurzaamheid.”
Topsport
Voor topsport gelden dezelfde uitdagingen als voor de amateursport, zegt NOC*NSF-breedtesportdirecteur Davio. “Maar de context is anders. Topsporters zijn afhankelijk van waar toernooien plaatsvinden. Die ontkomen er niet aan om voor hun werk te vliegen.” Soms is minder vliegen een optie. Zo ging wielerploeg Beat in februari met de trein naar een trainingskamp in Girona en reist de Nederlandse Olympische afvaardiging deze zomer met de trein naar Parijs en terug. Davio pleit voor afgewogen keuzes. “Wat doe je met de kleding? Met het voedsel? Kijk vooral naar de knoppen waar je wél aan kunt draaien.”
10 jaar innovaties van het Sports Engineering Institute
Het Sports Engineering Institute viert in juni zijn tienjarige bestaan. Het instituut is een samenwerking van verschillende disciplines en houdt zich bezig met onderzoek voor zowel topsport als breedtesport. Innovaties die grote veranderingen in de sportwereld teweeg hebben gebracht zijn onder andere een wielerpak (waarmee Tom Dumooulin in 2017 de Giro d’Italia won), een slee voor skeletonster Kimberley Bos (brons op de Olympische Spelen van 2022) en een baanbrekende dartpijl.