‘Als ik iemand aannam uit Delft, dan wist ik tenminste welke kwaliteit die persoon meebracht’
Tekst Dayinta Perrier
© Arjan Angenent
Voor Arjan Angenent was een opleiding aan de universiteit niet vanzelfsprekend. Door zijn zwager, die werkte in de elektronica, ging hij elektrotechniek studeren in Delft. Eenmaal afgestudeerd vertrok de jonge ingenieur naar het buitenland voor een internationale carrière. Nu, ruim veertig jaar later, werkt hij als freelance consultant in Parijs.
“Wonen op een plek waar ik de horizon kan zien, is wat ik altijd wilde”, zegt alumnus elektrotechniek Arjan Angenent. “In Nederland voelde ik me opgesloten.” Uit dit verlangen groeide zijn ambitie voor een internationale carrière. De eerste stap was een studie elektrotechniek aan de TU Delft. “Mijn ouders groeiden op tijdens de oorlog, studeren was iets wat ze niet kenden”, zegt Angenent. “Ik ben dankbaar dat ze mij deze kans gaven.” Hij koos voor de richting telecommunicatie, een vakgebied dat destijds – de jaren ʼ80 – vele veranderingen doormaakte. “De TU Delft gaf mij een goede theoretische basis”, vertelt hij. “In het laatste jaar was het tijd om het vak in de praktijk te leren.” Angenent ging voor zijn afstudeerproject naar voormalig staatsbedrijf PTT (nu KPN), waar hij na zijn afstuderen ook aan de slag ging.
Van leverancier naar klant
Na twee jaar kreeg hij een aanbod van IBM Nederland, waar zijn internationale carrière begon met enkele telecommunicatieprojecten. Daarna verhuisde hij naar Zuid-Frankrijk om voor IT-bedrijf SITA te werken aan het ontwikkelen en verkopen van netwerkdiensten. SITA stuurde hem eerst voor twee jaar naar de Verenigde Staten en daarna voor twee jaar naar Parijs. Hij keerde weer terug bij IBM en ging er werken in IT-outsourcing: het leveren van NOORDIT-infrastructuren als service, zoals computers, servers en applicaties. Klanten maken gebruik van deze services die worden beheerd door de leverancier. “De verkoop van een outsourcing-transactie duurt een aantal maanden en bestaat uit tussenvoorstellen maken, onderhandelen en als het lukt contracten tekenen”, zegt Angenent. “Uiteindelijk wil je een klant binnenhalen, zodat jouw bedrijf de IT-infrastructuur kan runnen. Het is een harde business. Het bedrijf krijgt alleen betaald als de opdracht is binnengesleept.” In deze business werkte Angenent zo’n 24 jaar.
Hij woont nog steeds in Parijs, waar hij voor zijn gezin bleef wonen. “De Franse cultuur vind ik fijn, ze zijn hier wat diplomatieker dan in Nederland. Het is heel Nederlands om direct te zeggen of iets wel of niet goed is. In Frankrijk zou men vragen stellen waardoor je er zelf achter komt.” Angenent is momenteel freelance consultant voor bedrijven die opdrachten uitschrijven voor potentiële leveranciers. “Jarenlang was ik degene die streed om een opdracht”, zegt Angenent. “Nu sta ik aan de andere kant en geef ik advies hoe bedrijven de beste leverancier vinden.”
Delftse kwaliteit
Sinds hij in Parijs woont, heeft Angenent weer contact met de TU Delft. “Na mijn afstuderen verwaterden mijn banden met de universiteit. Maar toen ik op een positie kwam waar ik mensen mocht aannemen, nam ik weer contact op met mijn oude faculteit. Als ik iemand aannam uit Delft, dan wist ik tenminste welke kwaliteit die persoon meebracht”, vertelt hij. “Nu ben ik mentor in Parijs voor Delftse studenten en verzorg ik bijeenkomsten met alumni.” Angenent organiseert TU Delft-evenementen en de maandelijkse Nederlandse borrel in Parijs. “Fransen zijn erg gericht op hun eigen land en taal dus tijdens zo’n borrel is het fijn om weer Nederlands te spreken”, zegt hij. Nu Angenents kinderen oud genoeg zijn, gaat hij binnenkort in Cannes wonen. “Parijs is een prachtige stad om te bezoeken, maar een drukke stad om in te wonen,” zegt hij. “Ook in Cannes kan ik als freelancer werken aan verschillende en uitdagende opdrachten, zoals op het gebied van AI bij Maison de l’Intelligence Artificielle. En ik kan er de horizon weer zien.”