Scheikundig laboratorium
De eerste vrouwelijke voltijdstudenten van de Polytechnische School, Marie Bes, Bep van West en Suze van Hoytema staan op de foto in een van de vele laboratoria voor scheikunde. Bes zou als eerste vrouwelijke student afstuderen in 1904. Tot na de Tweede Wereldoorlog had de afdeling scheikunde het hoogste aandeel vrouwelijke studenten van de TU Delft. De foto is afkomstig uit de vroegste notulen van de Delftsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (DVSV) in de collectie van het Stadsarchief Delft.
Verzameling Indische bouwstoffen
Achter de collegezaal bevond zich op de eerste verdieping de studieverzameling van de leerstoel kennis der bouwstoffen, opgericht in 1882 en geleid door Jacobus van der Kloes. Naast monsters van natuur en -kunststenen, was een gedeelte van de verzameling afkomstig van de Internationale Koloniale Tentoonstelling, gehouden in Amsterdam in 1883. De modellen van bamboebruggen (links en midden op de foto) bevinden zich nog steeds in de collectie van de TU Delft Library.
Boetseerzaal
Handtekenen was een verplicht onderdeel voor alle studenten. Waar initieel de nadruk lag op het kopiëren van bestaande afbeeldingen, werd met de aanstelling van Bram Gips in 1894 het ‘tekenen naar de natuur’ gestimuleerd, waarbij het natekenen van afgietsels en originele bouwfragmenten centraal kwam te staan. Ook boetseren werd als studievak aangeboden aan bouwkundestudenten en gegeven door de beeldhouwer Eugène Lacomblé.
Prinsenkamer
Vanaf 1842 was dit de werkkamer van de Prins van Oranje, de latere koning Willem III, de beschermheer van de Koninklijke Academie. Aangezien deze alleen werd gebruikt bij officiële gelegenheden, fungeerde de ruimte de rest van de tijd als vergaderzaal voor (hoog) leraren. De kamer is nog grotendeels in originele staat. Rechts hangt een portret van prof. Gerrit Simons, hoogleraar werktuigbouwkunde en tweede directeur van de Koninklijke Academie van 1846-1856.