Techniek & Innovatie Hyperloop
Hoe de Europese
hyperloop
begint in veendam
Tekst Jos Wassink
Tekening Stephan Timmers
Studenten die destijds op de campus aan de Delft Hyperloop werkten, doen dat nu als ingenieurs op het European Hyperloop Center in Veendam. Hier ligt een testbaan van bijna een halve kilometer hyperloopbuis.
Vanuit een weids en kaal landschap doemt aan het noordoosten van Veendam een industrieterrein op. Ingeklemd tussen een kanaal en een spoorlijn ligt een immens gebied met loodsen. Daarachter ligt een 2,5 meter dikke, spierwitte gelede buis op voetstukken.
Het is met 420 meter 1 Europa’s langste hyperlooptraject. Aan het uiteinde van de 34 segmenten bevinden zich 2 een container met een vacuümpomp (tot 1 millibar), een verblijfsruimte met de controlekamer 3 en een werkplaats.
Vanuit de controlekamer is een aanzwellend geluid te horen als het Hyperloop-voertuig 4 zich door de buis beweegt. Camerabeelden tonen hoe het voertuig volledig contactloos door de groen met rood verlichte tunnelbuis zweeft. Het voertuig gebruikt hiervoor vier paar rails: voor de zwevende ophanging 5 , de aandrijving 6, de stabilisatie 7 en als noodrem 8. Verder bevat de buis een kabelgoot 9 en een led-strip 10 . Er zijn in meerdere segmenten mangaten 11 aangebracht voor de toegankelijkheid. Ringen met roestvrijstalen ribbels vormen expansiesegmenten 12 om de thermische rek en krimp op te vangen (tot ongeveer 2 centimeter).
Hoe geavanceerd ook, de buis bestaat uit ‘simpel’ staal. De energie, krachten en regeltechniek van de magnetische levitatie, aandrijving en sturing zijn allemaal ondergebracht in het 2,5 ton zware voertuig. In september legde het met een versnelling van 0,2 g (2 m/s2) de eerste 90 meter van de buis af met een snelheid tot ongeveer 30 kilometer per uur. Dat was het begin.
Nu werken de ingenieurs aan het doorlopen van de wissel die verderop ligt. In de zogenaamde lane switch 13 is een aftakking naar links die later weer naar rechts buigt. Door de ophangingsrails iets naar de binnenkant van de bocht te verleggen, willen de ingenieurs van Hardt Hyperloop de magnetische kracht van de ophanging gebruiken om de centripetale kracht op te wekken die het voertuig door de bocht trekt.
Het European Hyperloop Center (EHC) is een open onderzoeksfaciliteit waar hyperloopbedrijven hun technologie kunnen ontwikkelen en testen. In de zomer van 2025 is het EHC het decor van de European Hyperloop Week waarbij studententeams en bedrijven wedijveren om de beste hyperlooptechnologie.
Rond 2030 verwacht Tim Houter, TU-alumnus en medeoprichter van Hardt Hyperloop, dat een eerste Europees hyperlooptraject operationeel kan zijn. Het zal waarschijnlijk een korte verbinding zijn met een iets grotere diameter vanaf een luchthaven naar een stadscentrum.
Hyperloop begon in 2015 als een uitdaging van Elon Musk voor studententeams en industrie. Hij zag een openbaar vervoerssysteem voor zich waarin cabines door luchtledige buizen schieten als capsules door de buizenpost.
Het is met 420 meter Europa’s langste hyperlooptraject. Aan het uiteinde van de 34 segmenten bevinden zich
een container met een vacuümpomp (tot 1 millibar), een verblijfsruimte met de controlekamer
en een werkplaats. Vanuit de controlekamer is een aanzwellend geluid te horen als het Hyperloop-voertuig
zich door de buis beweegt. Camerabeelden tonen hoe het voertuig volledig contactloos door de groen met rood verlichte tunnelbuis zweeft. Het voertuig gebruikt hiervoor vier paar rails: voor de zwevende ophanging
de aandrijving,
de stabilisatie
en als noodrem.
Verder bevat de buis een kabelgoot
en een led-strip.
Er zijn in meerdere segmenten mangaten
aangebracht voor de toegankelijkheid. Ringen met roestvrijstalen ribbels vormen expansiesegmenten
om de thermische rek en krimp op te vangen (tot ongeveer 2 centimeter).
Hoe geavanceerd ook, de buis bestaat uit ‘simpel’ staal. De energie, krachten en regeltechniek van de magnetische levitatie, aandrijving en sturing zijn allemaal ondergebracht in het 2,5 ton zware voertuig. In september legde het met een versnelling van 0,2 g (2 m/s2) de eerste 90 meter van de buis af met een snelheid tot ongeveer 30 kilometer per uur. Dat was het begin.
Nu werken de ingenieurs aan het doorlopen van de wissel die verderop ligt. In de zogenaamde lane switch
is een aftakking naar links die later weer naar rechts buigt