Zonder kernenergie haalt Nederland de klimaatdoelen ook.
Erkens “Ja, maar tegen een hogere energierekening voor huishoudens en industrie. De gascrisis door de oorlog in Oekraïne heeft bovendien laten zien dat het slim is om op verschillende energiebronnen in te zetten.”
Haverkamp “Kernenergie levert te weinig, te laat en tegen te hoge kosten. Een verdrievoudiging ervan in 2050 is al luchtfietserij en bespaart hoogstens 6 procent van de huidige CO2-uitstoot.”
Kloosterman “Zon en wind zullen in 2050 voor de helft in onze energiebehoefte kunnen voorzien. We hebben veel opties nodig om geheel CO2-vrij te zijn, waaronder kernenergie.”
Hoe zit het met de risico’s op lekken en ongevallen?
Kloosterman “Daar hoeven we ons bij derde generatie kerncentrales geen zorgen om te maken. We gaan ervan uit dat extreme omstandigheden zich zullen voordoen en nemen daar afdoende maatregelen voor.”
Erkens “Incidenten, zoals Tsjernobyl, kwamen door verouderde techniek. Moderne kerncentrales zijn superveilig en bestand tegen overstromingen, aardbevingen, zelfs een neerstortende jumbojet. Bovendien zijn bij (de installatie van) windmolens meer doden gevallen.”
Haverkamp “Bij geen van de 25 meltdowns wereldwijd kwam de oorzaak ervan in de risicoanalyse voor. Een grote hoeveelheid hoogtoxisch, radioactief materiaal op één plek is niet verstandig – nog los van de oorlogsdreiging.”
Een kerncentrale die zestig jaar of langer meegaat, is dat realistisch?
Haverkamp “Je kunt kerncentrales gedurende de levensduur upgraden, maar het risico op ongelukken loopt op. Borssele tien jaar langer openhouden kost zo een miljard euro.”
Kloosterman “Borssele was voor veertig jaar ontworpen en heeft ondertussen een vergunning voor zestig jaar. Met tweejaarlijks kleine updates en elke tien jaar groot onderhoud kan dat zelfs nog langer.”
Erkens “Mogelijke fabrikanten van nieuwe kerncentrales rekenen op een levensduur van zestig tot tachtig jaar, dus tot na de eeuwwisseling. Borssele zal ook in ieder geval zeventig jaar meegaan.”
Hebben we kernenergie nodig om het elektriciteitsnet betrouwbaar te houden?
“Ja, om twee redenen. Ten eerste omdat er momenten zijn dat je (langdurig) te weinig energie uit zon en wind haalt. We hebben een stabiel basissysteem nodig dat we daarvoor kunnen inzetten. Daarnaast zijn er enorme bedragen gemoeid met het toekomstbestendig maken van het elektriciteitsnetwerk. De plannen tot 2040 gaan uit van 195 miljard euro. Met een aandeel kernenergie in de mix kan dat bedrag lager uitvallen. Je hoeft dan minder infrastructuur te ontwikkelen vergeleken met wanneer je alleen hernieuwbare energie hebt.”
“We hebben in de jaren ’90 al doorgerekend hoe een elektriciteitsnetwerk met vrijwel alleen hernieuwbare energiebronnen eruit moet zien. Naast 80 procent uit zon en wind hebben we capaciteit nodig om te kunnen af- en bijschakelen, in de vorm van duurzame biomassa en import en export van stroom. En dan hebben we nog een heel kleine niche voor waterstof.
Gecombineerd met vraagaanpassing en opslagmogelijkheden voor de korte en lange termijn kunnen we dit netwerk volledig stabiel houden. Technisch is dat het probleem niet. Nu nog het beleid dat hierbij past.”
“Kortetermijn fluctuaties in vraag en aanbod van elektriciteit kunnen we opvangen met een flexibele vraag, prijsmechanismen en thuis- en wijkbatterijen. Daarnaast moeten we periodes overbruggen waarin zon en wind langere tijd te weinig energie opbrengen. Dat kan met fossiele brandstoffen waarvan we de CO2 afvangen, maar ook met kernenergie. We moeten dan wel naar een ander kosten- en opbrengstensysteem want deze capaciteit zal niet continu nodig zijn. En we kunnen eventuele overcapaciteit natuurlijk inzetten voor de productie van groene waterstof.”
Wat doen we met het kernafval?
“Kernafval is een bekend nadeel van kernenergie, maar we weten daarmee om te gaan. Voor het juiste perspectief: het gaat om een kliko aan hoogradioactief afval per jaar per kerncentrale. Dit kunnen we bijvoorbeeld opbranden in een thoriumcentrale, waarvoor nu in Noord-Brabant een kleine testcentrale wordt gebouwd. Wat overblijft, slaan we voor lange tijd op. Wat mij betreft doen we dat samen met andere Europese landen.”
“We sturen onze afgebrande brandstof naar Frankrijk voor opwerking. Een klein deel van het gevaarlijkste afval komt terug en dat schuiven we als probleem door naar onze klein- en achterkleinkinderen. Het is helemaal niet zeker dat we dat uiteindelijk veilig diep onder de grond kunnen stoppen. En zal Frankrijk zich in de toekomst ook nog over het plutonium en het enorme volume laag- en middelradioactief afval ontfermen?”
“Radioactief afval gaat naar de Covra in Vlissingen die het eerst voor langere tijd bovengronds opslaat. Met nieuwe kerncentrales moet die bunker worden uitgebreid. Daarna volgt langdurige diep-ondergrondse opslag in bijvoorbeeld kleilagen. We moeten goed aan de samenleving uitleggen hoe klein de risico’s hierbij zijn. En dan is er nog het plutonium. Als we dat zelf moeten verwerken, dan komen gesmolten-zoutreactoren in beeld die dat helemaal kunnen versplijten. De Nederlandse start-up Thorizon werkt daaraan.”
‘Het is een ingewikkelde, gevaarlijke technologie die steeds duurder is geworden’
Het bedrijfsleven wil niet in kerncentrales investeren, dus wie gaat het betalen?
“Ze achten het risico op een toekomstige politieke ommezwaai te groot voor zo’n enorme investering, en dat begrijp ik. Maar als de regering de bouwkosten voor haar rekening neemt, dan willen bedrijven daarna in de exploitatiefase echt wel met kernenergie aan de slag. Daarnaast moeten we naar een ander marktmodel voor de leveringszekerheid die kernenergie biedt, op momenten dat zon en wind tekortschieten. Dat geldt trouwens ook voor gascentrales. Zonder die zekerheid kan de consument met enorme prijspieken te maken krijgen.” Het is wat mij betreft een gedeelde verantwoordelijk van alle betrokken partijen, ook de consumenten. Zij kopen het. Zonder vraag geen aanbod. Maar mensen kunnen alleen een afgewogen keuze maken als de aanbieder transparant is.”
“Wij zeggen al twintig jaar dat beleidsmakers, en de maatschappij, zich niet moeten laten afleiden door kernenergie. Het is ingewikkelde, gevaarlijke technologie die steeds duurder is geworden. Geen bedrijf dat het risico nog durft te nemen.
Alleen al omdat een volgend ongeluk tot een politieke ommezwaai kan leiden, zoals Fukushima dat in Duitsland deed. De aandeelhouders van Borssele, waaronder een aantal gemeenten en de provincie Zeeland, willen de risico’s ook niet meer dragen. De bouw van nieuwe kerncentrales zal dus een staatsaangelegenheid worden.”
“Het ziet ernaar uit dat de Nederlandse overheid het grootste deel, of misschien wel alle kosten hiervan moet dragen. De overheid zal met het oog op leveringszekerheid sowieso veel meer de regie moeten nemen in hoe ons energiesysteem eruit gaat zien. Niet alleen met beleid, maar ook met financiële middelen. Want of het nou gaat om de kerncentrales of fossiele opties om de gaten in onze energievoorziening te dekken, of om installaties voor de productie van groene waterstof: voor commerciële partijen is het bedrijfsrisico veel te groot.”
Je hoort de laatste tijd veel over kleine reactoren, zogenoemde small modular reactors. Hoe kijk jij aan tegen die ontwikkeling?
Ik vind alle ontwikkelingen mooi: gesmolten zout, kleine reactoren, de combinatie ervan. Maar bij nieuwe technologie loop je nogal eens tegen kostenoverschrijdingen en vertraging aan. Dat kunnen we ons niet permitteren, ze moeten er in 2035 staan. Voor die eerste twee grote kerncentrales zullen we dan ook voor bestaande techniek kiezen. Daarnaast moeten we aangehaakt blijven bij alle innovaties, zoals met die pilot in Noord-Brabant.
Leuk dat zelfs Hoogeveen en Den Helder het erover hebben. Maar kleine reactoren komen op zijn vroegst in 2035 op de markt en in de tussentijd worden allerlei nuttige klimaatmaatregelen stopgezet. Ze zijn bovendien een stuk duurder per geproduceerde megawatt aan energie. Dat wordt pas vergelijkbaar als een leverancier er honderden kan verkopen, wat ik niet zie gebeuren.
Veel belangrijker is dat bijvoorbeeld kleine thoriumreactoren een proliferatie-nachtmerrie zijn. Met een beetje handigheid kun je er plutonium en uranium-233 uit oogsten en daar een bom van maken.
Heel begrijpelijk dat de overheid zich richt op grote lichtwaterreactoren, want dat zijn de enige kerncentrales die je nu kunt kopen. Als die over tien jaar online zijn, is het handig om ook kleinere lichtwaterreactoren in te zetten of gesmolten zoutreactoren om het plutonium ervan te versplijten. Daarnaast zetten we op de TU Delft ook in op heel kleine reactoren van tien tot twintig MW. Daarmee kun je lokaal, op bijvoorbeeld een bedrijventerrein, het elektriciteitsnet ontlasten. Dat spaart die bedrijven de relatief hoge transportkosten van elektriciteit uit.
Hebben we in Nederland voldoende expertise voor aanbesteding, beheer, bemensing en beveiliging van nieuwe kerncentrales?
Nog niet, maar we zijn flink in de benodigde opleidingen aan het investeren. Ze kampen met meer aanmeldingen dan plekken en geworden’dat snap ik helemaal. Die kerncentrales zullen een van de grootste bouwprojecten van de komende twintig, dertig jaar zijn hier in Nederland. En je helpt mee aan verduurzaming en energieonafhankelijkheid. Als ik zelf opnieuw een studie moest kiezen, dan wist ik het wel.
We hebben in Nederland sowieso geen bedrijven die kerncentrales ontwikkelen of bouwen. Dat moet dus van buitenaf komen. Ook voor het bedrijven van de extra kerncentrales moeten er veel mensen opgeleid worden. Dat zou wel kunnen omdat ze er voorlopig nog niet staan. Maar kun je ze daar ook voor motiveren, terwijl ze in de wereld van hernieuwbare energie baanzekerheid kunnen krijgen?
Er is veel opleiding nodig en de overheid investeert daar ook al in. De TU Delft heeft extra subsidie ontvangen en vier nieuwe leerstoelen op het gebied van nucleaire technologie ingesteld. Daarnaast hebben we met NRG en subsidie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de Nuclear Academy opgericht. Ook bij het hoger en middelbaar beroepsonderwijs speelt van alles, zoals een nucleaire minor in Zeeland. Het is nooit genoeg, want er komen zoveel nucleaire initiatieven bij.
‘Op de TU zetten we ook in op kleine reactoren van 10 MW waarmee je lokaal het stroomnet kunt ontlasten’
De TU Delft biedt verschillende cursussen op het gebied van nucleaire technologie.