Techniek & Innovatie Clouddiensten
Techniek & Innovatie Clouddiensten

Tekst Jos Wassink
© Beeld Ontwerpwerk met MidJourney
Universiteiten zijn te afhankelijk geworden van grote Amerikaanse ict-bedrijven, vinden veel onderzoekers. Ze vragen zich af of er nog een weg terug is. Op vijf Nederlandse universiteiten is een proef gestart met het opensource-platform NextCloud.
Nederland maakt steeds meer gebruik van clouddiensten. Het gaat om hardware, software of gegevens via het internet. Hier zitten risico’s aan verbonden, zoals het lekken van gegevens of het faillissement van de aanbieder. “Het is nog niet zo erg als in de VS of Engeland”, zegt Seda Gürses (faculteit Techniek, Bestuur en Management), “maar ook hier wordt zonder veel na te denken van alles snel uitbesteed, en dat is zorgelijk.” Een recent voorbeeld is de verhuizing van e-mail en agenda-items van TU-servers naar de Microsoft cloud. De ondernemingsraad van de TU Delft uitte daar eind vorig jaar zijn zorgen over. Zijn bedrijfsinformatie over financiën, persoonlijke details over zieke medewerkers, verslagen over het functioneren van medewerkers wel goed beschermd?
Universiteiten in Nederland lopen voorop in het gebruik van clouddiensten, net als in de Verenigde Staten en Engeland. In andere Europese landen zijn universiteiten terughoudender en verzorgen ze veel ict-diensten zelf. Waarom is die afhankelijkheid van cloud services een probleem?
Afgezien van de groeiende culturele kloof tussen Europa en de VS na de verkiezing van Trump, stellen Gürses en Tobias Fiebig (Max Planck Instituut) dat de afhankelijkheid van Amerikaanse ict-bedrijven onwenselijk is. Daarnaast vindt Gürses dat Microsoft-programmatuur vooral geënt is op het (Amerikaanse) bedrijfsleven en dat aanpasbare opensource-software beter past bij het open en educatieve karakter van een universiteit.
Universiteiten in Nederland lopen voorop in het gebruik van clouddiensten, net als in de Verenigde Staten en Engeland. In andere Europese landen zijn universiteiten terughoudender en verzorgen ze veel ict-diensten zelf. Waarom is die afhankelijkheid van cloud services een probleem? Afgezien van de groeiende culturele kloof tussen Europa en de VS na de verkiezing van Trump, stellen Gürses en Tobias Fiebig (Max Planck Instituut) dat de afhankelijkheid van Amerikaanse ict-bedrijven onwenselijk is. Daarnaast vindt Gürses dat Microsoft-programmatuur vooral geënt is op het (Amerikaanse) bedrijfsleven en dat aanpasbare opensource-software beter past bij het open en educatieve karakter van een universiteit.
Soevereiniteit
AI-onderzoeker Roel Dobbe (ook TBM) spreekt over het inleveren van soevereiniteit. “Het is wetenschappelijk aangetoond dat je (door uitbesteding aan clouddiensten, red.) niet alleen je data inlevert, maar ook je vermogen om zelf je diensten of primaire functies vorm te geven.” Bij een aanbesteding van ict-projecten geeft de prijs vaak de doorslag, zegt Dobbe, andere eisen worden snel vergeten. “Daardoor zijn we met onderwijs steeds meer in een Microsoft- of Google-omgeving beland. Daarin raak je langzamerhand je autonomie kwijt.” Erik Scherff, directeur ICT bij de TU Delft, is het eens met deze analyse. “In de laatste tien, twintig jaar is er steeds meer uitbesteed. Dat is ontstaan doordat er op het gebied van onderwijs bijvoorbeeld heel prettige pakketsoftware was.”
Het gevolg was dat de ict-afdeling van de TU steeds minder zelf software ontwikkelde. “We hebben hier honderden applicaties draaien, waarvan de meeste overigens niet in de cloud.”
De TU verzorgt de meeste dataopslag zelf in twee eigen datacenters en maakt daarnaast gebruik van dienstverlening en opslag bij de onderwijs- en onderzoek ict-corporatie Surf. Scherff zegt Microsoft niet te zien als ‘de grote boze firma’. Voor hem is Office-365 een van de honderden programma’s die de afdeling ICT aanbiedt. Scherff zegt dat het hem gaat om ‘digitale soevereiniteit’. Hij definieert dat als: zeggenschap over data en infrastructuur en de keuzevrijheid om zelf programmatuur aan te schaffen of te ontwikkelen.
‘Je belandt in een fuik waar het lastig wegkomen is’
Universiteiten gebruiken voor de opslag van gegevens van Nederlandse universiteiten in de cloud amper Amerikaanse bedrijven, en ze doen dat enkel met toestemming. Surf bewaart de meeste data uit eigen diensten ook op eigen servers. Dat vertelt Wladimir Mufty, programmamanager digitale soevereiniteit bij Surf. Daarnaast heeft Surf contracten met commerciële clouddiensten waaronder Amazon, Microsoft, Google en Oracle.
AlgoSoc
Om de verstrengeling van Nederlandse universiteiten en Amerikaanse ict-bedrijven te verminderen en te investeren in decentrale opslag voor onafhankelijk onderwijs is een proef gestart. Zeventig Nederlandse onderzoekers verspreid over vijf universiteiten (TU Delft, Universiteit van Amsterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit Utrecht en Tilburg University) gaan samenwerken via het platform NextCloud.
Alle deelnemers zijn lid van het onderzoeksprogramma AlgoSoc, een NWO-programma dat onderzoek doet naar publieke waarden in een samenleving die in toenemende mate te maken heeft met sturende algoritmen. Seda Gürses en Roel Dobbe zijn de Delftse leden van AlgoSoc dat verder bestaat uit onder meer juristen, communicatieexperts, data scientists, AI-onderzoekers, psychologen en gedragswetenschappers. Ze treffen elkaar op NextCloud, een samenwerkomgeving die Zoom, Teams, Google Docs, Outlook en andere programma’s vervangt.
Mufty zegt de proef, die twee jaar gaat duren, met belangstelling te zullen volgen. “Als blijkt dat die software voldoet, en er is een behoefte aan in Nederland, dan kan het zijn dat we na een jaar al NextCloud gaan aanbieden via Surf.” ICT-directeur Erik Scherff zegt NextCloud niet te willen opdringen maar wel te willen aanbieden: “Ik hoop dat we hiermee een concrete stap naar meer digitale autonomie kunnen zetten, waarover we tot nu toe alleen maar praten.”