Chris Klok
IO-alumnus en medeoprichter van Squad Mobility
Robert Hoevers
IO-alumnus en medeoprichter van Squad Mobility
Tekst: Dayinta Perrier
© Marcel Krijger
Robert Hoevers en Chris Klok ontmoetten elkaar bij de koffieautomaat bij Lightyear. De ontdekking dat ze beiden in Delft hadden gestudeerd, bracht ze nader tot elkaar. De onderlinge klik bleek sterker dan die met Lightyear. Ze verlieten het bedrijf en startten hun eigen onderneming in kleine voertuigen met zonnepanelen.
Een auto laten rijden op de zon. Dat trok alumnus Robert Hoevers aan in de beginjaren van Lightyear, het veelbelovende Eindhovense bedrijf dat werkt aan elektrische auto’s op zonne-energie. “Ik was onder de indruk van wat je kunt bereiken met zonnetechnologie op een auto en hoeveel interesse daarvoor is”, zegt Hoevers. “Zo’n wild plan heeft onervarenheid nodig om eraan te beginnen en juist ervaring om het tot een succes te maken. Hier wilde ik onderdeel van zijn.” En zo begon Hoevers in 2018 als sales & business development manager. In datzelfde jaar startte ook Chris Klok bij Lightyear: “Ik houd van onmogelijke klussen.” Dus werd hij hoofd van de engineering-afdeling, waarmee hij verantwoordelijk was voor het prototype van de auto. Tijdens een pauze ontmoetten Hoevers en Klok elkaar. “Bij de koffieautomaat raakten we aan de praat. We kwamen er al snel achter dat we allebei industrieel ontwerpen in Delft hadden gestudeerd”, zegt Hoevers. “Dat in combinatie met onze ervaring in de mobiliteit schepte meteen een band.” In die tijd maakte het bedrijf een enorme groei door. “Toen ik begon waren we met dertig mensen en aan het einde van de rit waren het er meer dan honderd”, zegt Klok. “Aan het roer staan van zo’n groei is onvergetelijk.” Maar beiden merkten dat het bedrijf andere keuzes maakte dan zij voor ogen hadden. “Voor een succesvol product is het essentieel dat alle afdelingen input geven en samenwerken in alle aspecten”, zegt Klok.
‘We begrijpen allebei dat een auto meer is dan alleen maar techniek’
‘We vinden hetzelfde, maar we zijn heel anders. Dat vult elkaar mooi aan’
Squad Mobility
Na ongeveer een jaar verliet Hoevers Lightyear, maar het idee van zonnetechnologie op wielen beklijfde. “In dat idee zat zoveel potentie”, zegt Hoevers. “Ik was er alleen nog niet uit wat het moest worden: een fiets of toch iets voor twee personen?” En met dat idee had Hoevers zijn nieuwe uitdaging gevonden. In de tussentijd beheerste het prototype van Lightyear het leven van Klok: “Werken, eten en slapen, zo zagen mijn dagen eruit tijdens de vier maanden dat we het prototype bouwden. Het was een bizarre tijd. De meeste teamleden hadden nog nooit een auto gebouwd en hier maakten we een compleet prototype. Uiteindelijk hadden we de auto drie dagen voor de deadline af. Iedereen was op. Ik had het bedrijf geholpen aan een prototype, maar ik stond niet achter het resultaat.” Na deze hectische tijd scheidden de wegen van Klok en Lightyear. Maar stilzitten was niet voor hem weggelegd, dus tijdens zijn vakantie zocht Klok contact met Hoevers: “Robert had een idee voor kleine stadsautootjes op zonne-energie. Ik was meteen verkocht.” Zo begonnen ze samen aan een nieuwe onderneming genaamd Squad Mobility. Ze stortten zich op het ontwerp van kleine, elektrische tweepersoonsvoertuigen met zonnecellen op het dak. Hierdoor kunnen ze verder rijden en hoeven ze minder vaak te laden dan andere kleine elektrische stadsauto’s.
Emotie
Squad Mobility bestaat nu uit Hoevers, Klok en een klein team van vier personen. “We vinden hetzelfde, maar we zijn heel anders. Dat vult elkaar mooi aan”, zegt Hoevers. Ze delen hun Delftse achtergrond en hun visie over mobiliteit. “We begrijpen dat een auto meer is dan alleen maar techniek”, zegt Klok. “Een auto is techniek compleet vermengd met emotie. Mensen voelen iets bij een auto, ze geven hem zelfs een naam. Die twee aspecten in een vervoersmiddel stoppen is de uitdaging. We hebben de twee stoelen dan ook naast elkaar gezet, niet achter elkaar. Mobiliteit is namelijk een sociale activiteit, zoals een één-op-één-moment met je kind. Je wilt met elkaar kunnen praten. Dat is iets wat een gebruiker meteen voelt.”