Ga naar hoofdinhoud

Groeten uit…

‘Bij IO leer je over zaken als consumenten­psychologie, productiemethoden en onderzoek doen. Je wordt een generalist en kunt een gesprek aangaan over onderwerpen waar je geen expert in bent. Dat komt van pas naarmate je hoger op de ladder komt.’

© Daniel Hagmeijer

Tekst Agaath Diemel

Student industrieel ontwerpen Daniel Hagmeijer deed in 2004 een statica-tentamen bij de faculteit Bouwkunde, omdat het verhaal ging dat de examenbeoordeling daar milder zou zijn. Het leverde hem niet alleen een voldoende op, maar ook zijn partner: bouwkundestudent Leonie. Sinds 2012 wonen ze in Leonie’s geboorteland Indonesië met hun zoon van 8 en dochter van 6. Hagmeijer is Chief MarketingOfficer bij The Body Shop Indonesia.

In Jakarta doorliep Hagmeijer bij digitaal marketingbedrijf Mirum de hele marketingkant, zoals user experience design (UX), marktonderzoek en reclame. “Uiteindelijk runde ik het bedrijf”, vertelt hij. Na een fusie maakte hij de overstap naar The Body Shop Indonesia. Ook daar heeft hij een brede portefeuille: “Ik ben verantwoordelijk voor marketing en communicatie, merkbeleid, web- en appontwerp, media-inkoop, the whole shebang.” Dat doet hij met een team van zo’n vijftig medewerkers. Hij voert zijn carrièresucces mede terug op zijn opleiding. “Bij IO leer je over zaken als consumentenpsychologie, productiemethoden en onderzoek doen. Je wordt een generalist en kunt een gesprek aangaan over onderwerpen waar je geen expert in bent. Dat komt van pas naarmate je hoger op de ladder komt”, zegt hij. Hij is trots op de bedrijfsfilosofie van zijn huidige werkgever: vechten voor een eerlijkere, mooiere wereld. “Veel bedrijven zeggen zulke dingen, maar doen het niet per se. De Body Shop wel, dat was de reden voor mijn overstap.” Zo voerde het bedrijf vorig jaar campagne om een nieuwe wet tegen seksueel misbruik, geweld en huwelijkse verkrachting weer op de politieke agenda te zetten, en uiteindelijk deze ook door het parlement te loodsen. “Ik ben blij dat ik daar een rol in heb kunnen spelen”, vindt Hagmeijer. “Eind dit jaar gaan we ook weer geld inzamelen voor het bouwen van biobruggen voor bedreigde orang-oetans.”

Voetafdruk

Naast zulke campagnes is het bedrijf heel nadrukkelijk bezig met de eigen CO2-voetafdruk. “Indonesië is een groot land, dus het vervoer van producten per boot in plaats van per vliegtuig duurt enkele weken. Dat betekent dat je niet overal tegelijk dezelfde producten kunt lanceren. Dat is een keuze die we maken.”

Hagmeijer is niet alleen trots op zijn werkgever, maar ook op de technologische vooruitgang die hij heeft meegemaakt de afgelopen tien jaar. “Indonesië heeft West-Europa ingehaald op dat gebied”, stelt hij. Destijds kon hij bijvoorbeeld geen baan vinden in de user experience. Dat is nu wel anders. “Een oud-studiegenoot van mij werkt op de UX-afdeling van een groot Duits bedrijf. Drie jaar geleden stuurden ze een team naar Indonesië om te kijken hoe we dat hier doen”, vertelt hij. Ook aan het openbaar vervoer kunnen we hier volgens hem een voorbeeld nemen. “Sinds een jaar of drie hebben we in Jakarta een mooiere metro dan die in Amsterdam of Rotterdam: schoon, snel en hij rijdt op tijd. Wat in Nederland tien jaar duurt, lukt hier tegenwoordig in twee of drie jaar”

Vindingrijk

Hagmeijer heeft het naar zijn zin in Indonesië. “Nederland heeft veel grijstinten, als je kijkt naar hoe men in het leven staat. In Indonesië passen mensen zich makkelijk aan omstandigheden aan, ze zijn vindingrijk”, zegt hij. Goed voorbeeld is de inventiviteit van de vele straatverkopers in Jakarta, die van elke boom of stukje straatmeubilair een uitstalling maken. “Er is hier altijd wat te doen, zelfs midden in de nacht. Je kunt spontaan met mensen afspreken om uit te gaan, zonder agenda-gedoe.”