Techniek & Innovatie Sportsensoren
Gezonder
sporten met
sensoren
Tekst Jos Wassink
Blessurevrij sporten, kan dat? Onderzoeksfinancier NWO wijdde een vijfjarig onderzoeksprogramma aan deze vraag dat eind maart werd afgerond. De TU Delft en de Vrije Universiteit Amsterdam leiden dit zogeheten CAS-programma.
De sensorbroek bevat vijf sensoren die versnelling en rotatie registreren.
©Sam Rentmeester
Blessures zijn niet alleen vervelend voor de sporter, ze zijn ook vaak de oorzaak dat mensen stoppen met sporten, vertelt prof.dr.ir. Frans van der Helm (faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalkunde). Daarnaast kosten blessures geld, zoals kosten van behandeling en verzuimkosten omdat mensen met een blessure niet naar hun werk kunnen. Van der Helm, programmaleider van het NWO-perspectiefprogramma Citius Altius Sanius (sneller, hoger, gezonder), noemt een bedrag van 5 miljard euro per jaar.
‘De sensorbroek is volledig flexibel en wasbaar en dat geldt ook voor de bedrading’
Daartegenover staat een onderzoeksbudget van in totaal 6,2 miljoen euro waarvoor onder meer twaalf promovendi en twee postdocs de afgelopen vijf jaar gewerkt hebben. Het CAS-programma wordt geleid door de TU Delft en de Vrije Universiteit Amsterdam en heeft als belangrijkste doel technologie te ontwikkelen om blessures te voorkomen. Vier andere universiteiten, twee hogescholen, 28 bedrijven en elf sportbonden sloten zich erbij aan. De onderzoekers houden zich onder andere bezig met sensortechnologie, data science en feedbacktechnologie, toegepast bij hardlopen, voetbal en hockey, honkbal en tennis, fitness en krachttraining, fietsen en koeling.
Blessures zijn niet alleen vervelend voor de sporter, ze zijn ook vaak de oorzaak dat mensen stoppen met sporten, vertelt prof.dr.ir. Frans van der Helm (faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalkunde). Daarnaast kosten blessures geld, zoals kosten van behandeling en verzuimkosten omdat mensen met een blessure niet naar hun werk kunnen. Van der Helm, programmaleider van het NWO-perspectiefprogramma Citius Altius Sanius (sneller, hoger, gezonder), noemt een bedrag van 5 miljard euro per jaar.
RunningBuddy app
De RunningBuddy is een digitale loopcoach. De oordoppen van het Nederlandse bedrijf Dopple bevatten versnellingsopnemers waaruit de stapfrequentie en de staphoogte afgeleid worden. De RunningBuddy onderscheidt vier loopstijlen: bounce (laag tempo, hoge sprongen zoals een springbok), push (hoog tempo, weinig hoogteverschil zoals een struisvogel), stick (laag tempo, weinig hoogteverschil zoals een ijsbeer) en hop (hoog tempo, groot hoogteverschil zoals een konijn). De app heeft ongeveer drie minuten nodig om iemands loopstijl te analyseren en begint dan met aanwijzingen om de loopstijl te veranderen.
Voorkomt dat blessures? Dat niet direct, zeggen de onderzoekers. Het laat lopers kennismaken met een iets andere loopstijl die mogelijk sneller of minder zwaar is. Om blessures te voorkomen zou er meer informatie moeten zijn over iemands conditie, loopgeschiedenis en ambitie. Daarin voorziet de RunningBuddy nog niet.
Sensorbroek
Voetbal en hockey zijn berucht vanwege het risico op knieblessures. Om daar meer grip op te krijgen ontwikkelde de groep van prof.dr.ir. Kaspar Jansen (faculteit Industrieel Ontwerpen) een sensorbroek. Het lange model bevat vijf sensoren: op de rug, beide bovenbenen en beide onderbenen. De korte broek heeft drie sensoren. Elke sensor registreert versnellingen en rotaties in drie richtingen en geeft die door aan een kastje op de rug ter grootte van een mobieltje. Afgezien van het kastje is de broek volledig flexibel en wasbaar en dat geldt ook voor de bedrading. Vooralsnog worden de bewegingsdata in het kastje opgeslagen op een SD-kaart, maar het is de bedoeling om de data door te sturen naar bijvoorbeeld de coach of de medische staf langs de lijn. En wat doet die er dan mee? Die kan per speler de piekintensiteit in de gaten houden of de opbouw zien van vermoeidheid, stelt promovendus Bram Bastiaansen (Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen). Je kunt je zelfs een metertje voorstellen dat per speler tussen groen en rood de resterende conditie of activiteit aangeeft. De sensorbroek zou daarmee een aanvulling kunnen zijn op het sport tracking systeem Inmotio dat de positie van alle spelers gedurende een wedstrijd bijhoudt.
Nader onderzoek
“De hamvraag is natuurlijk: heeft dit programma één blessure voorkomen?”, zegt Van der Helm. Hij laat de vraag onbeantwoord, maar zegt dat de ontwikkeling van een prototype naar een product op de markt minimaal net zo lang duurt als de ontwikkeling van het prototype. Zo bekeken is het programma dat nu is afgesloten, eigenlijk halverwege. Dat zegt ook prof.dr. Peter Beek, hoogleraar bewegingswetenschappen aan de VU Amsterdam. Hij zou graag een open onderzoeksprogramma CAS 2.0 zien waarin de nadruk verschuift van sensoren naar prestatieverbetering en blessurepreventie.