Onderzoeksfaciliteit
Op verschillende plaatsen zijn extra stalen balken geplaatst om het gewicht aan te kunnen.
In de kelder stuwt een 110 kilowatt pomp het water omhoog.
Na de pomp stroomt het water langzaam (maximaal 1,56 meter per seconde) door een brede platte doos.
De brede platte doos is om eventuele luchtbellen af te vangen en weg te voeren.
Intern zijn parallel drie keer zeven dakvormige kanalen aangebracht om bellen af te vangen.
Na twee haakse bochten en een honingraat voor de egalisatie versnelt de stroom naar maximaal 13 meter per seconde.
Vlak voor het venster kan lucht worden toegevoegd voor de experimenten van luchtsmering van scheepsrompen.
De 4 centimeter dikke polycarbonaat vensters aan voor-, onder- en achterkant geven optimaal zicht op het experiment.
De krachtmeters in het plafond meten de wrijving van het langsstromende water.
In de kelder staan opslagtanks voor water (zout of zoet) dat niet in gebruik is.
© Stephan Timmers