Harmony satellieten
observeren klimaatprocessen
Sentinel 1 zendt radarpulsen uit, de Harmony-satellieten 2 ontvangen en verwerken de reflecties. Ze vliegen op 366 kilometer voor en achter de Sentinel 3, óf ze vliegen als duo vlak bij elkaar 4 op afstand van Sentinel. Harmony A en B kunnen zich terug laten vallen 5 in een lagere baan om de Sentinel-satelliet in te halen en ook weer in dezelfde baan terugkomen.
De waarneming werkt via radar-interferometrie – de beproefde techniek InSAR (Interferometric Synthetic Aperture Radar) om langzame verplaatsingen op de grond te bestuderen. De resolutie van radar ligt in de orde van (tientallen) meters maar door de interferometrie springen verschuivingen van enkele millimeters per jaar er duidelijk uit. Vooral in de kijkrichting, min of meer loodrecht op de bewegingsrichting, is InSAR heel gevoelig, dus in de oost-west en verticale richtingen 6. Dankzij Harmony A en B komt daar nu ook de noord-zuidrichting bij. Verschuivingen aan het aardoppervlak worden dus in één keer in drie richtingen vastgelegd 7. Denk aan oppervlaktemetingen van opzwellende vulkanen of 8 afsmeltende gletsjers 9. Door metingen van hoogteverandering en stroomsnelheid (tot meters per dag) te combineren is de snelheid van het ijsverlies te berekenen.
Energie-uitwisseling tussen oceaan en atmosfeer is het hoofdthema van Harmony. Uit infraroodmeting 10 bepaalt de satelliet de temperatuur van het oppervlaktewater. Stromingen worden met Doppler 11 gemeten, net als bij verkeerscontroles. De verstrooiing is een maat voor de ruwheid van de zee 12 en daarmee voor de heersende wind. Van wolken kan Harmony zowel de hoogte als de snelheid meten 13. Met al die gegevens kunnen weersmodellen getest worden. “We willen de uitwisseling tussen lucht en water die plaatsvindt tussen 100 meter en een kilometer vertalen in parameters voor klimaatmodellen”, vat López-Dekker de Harmony-missie samen.