
Na een restyling verscheen het integraalsymbool op de cover.
Lezersvragen
Er verscheen zelfs een prijs op de kaft, hoewel niemand ooit een exemplaar heeft afgerekend
Parallel aan Delft Integraal verscheen vanaf 1985 ook een Engelstalige versie: Delft Outlook. Dit tijdschrift werd verspreid via onder andere Nederlandse ambassades en consulaten en positioneerde de TU Delft internationaal als een instelling van hoogwaardige kwaliteit.
Diepgravende analyses
Eind jaren tachtig transformeerde Delft Integraal onder hoofdredacteur Philip Broos tot een wetenschapsmagazine. Broos richtte zich op diepgravende analyses van onderzoek, met de overtuiging dat hoogopgeleide lezers meer zochten dan een oppervlakkig verhaal. Het journalistieke proces werd intensiever: gesprekken met onderzoekers dienden als basis voor nieuwsartikelen, zonder directe betrokkenheid van de wetenschappelijke adviesraad. Begin jaren negentig werd de inhoud breder: naast achtergrondverhalen over technologie en innovatie introduceerde wetenschapsvoorlichter Wilma van Wezenbeek de rubriek Hora Est!, waarin promovendi toelichting gaven op opmerkelijke stellingen. Zo stelde elektrotechnisch ingenieur Koert van der Lingen: ‘Originaliteit is een vorm van gekte’ – wat uitnodigde tot een gesprek (Delft Integraal 96.2)
Artikelen leidden regelmatig tot reacties van lezers en overnames door andere media. Een voorbeeld hiervan is het artikel over zeppelins (Delft Integraal 94.2), gebaseerd op een afstudeerproject van Arjan van Timmeren, dat landelijke media-aandacht kreeg. Een ander spraakmakend geval betrof een persbericht over zadelpijn, dat tijdens een live-uitzending van het NOS Journaal gepresenteerd door Harmen Siezen onbedoeld voor hilariteit zorgde.

In 2014 werd de titel Delft Integraal afgekort tot DI en kreeg het blad een thematische indeling. De Engelstalige Delft Outlook werd omgedoopt tot DO.
Een volledig geautomatiseerde, mensloze fabriek vóór 2000 en industriële robots die het werk van mensen zouden overnemen. Het artikel ‘Mechatronics, de integratie van machines en computers’ (Delft Integraal 1, 1984), gaf de lezer een kijkje in een mogelijke toekomst.
Veertig jaar later zijn die voorspellingen volgens hoogleraar biorobotica prof.dr. Martijn Wisse deels uitgekomen. Fabrieken zoals die van Philips functioneren grotendeels zonder mensen, maar menselijk toezicht blijft noodzakelijk. “Robots kunnen nog niet goed omgaan met onverwachte situaties.” Het aantal industriële robots nam flink toe, van 30 duizend in 1984 naar vier miljoen vandaag de dag wereldwijd. Hun taken – lassen, spuiten, assemblage – bleven grotendeels gelijk, al worden ze nu ook ingezet in de verpakkings- en voedselindustrie en laboratoria. De angst voor massale werkloosheid door robotisering bleek ongegrond. Hoewel sommige beroepen verdwenen, ontstonden er ook nieuwe. Wisse: “Sterker nog, er is de komende tijd een groot personeelstekort in sectoren als de tuinbouw, bouw en zorg.”
RoboHouse
Net als in 1984 kloppen bedrijven geregeld aan bij de TU Delft voor advies. Om in die behoefte te voorzien is RoboHouse opgericht, een intermediair tussen kennisinstellingen en het middenen kleinbedrijf. Het is een plek waar bedrijven, start-ups, wetenschappers én studenten samenkomen. Want robotica als studie groeide explosief. Volgden in 1984 slechts 120 studenten een enkel vak hierover, nu zijn dat er duizenden verdeeld over verschillende faculteiten. Wisse: “Er is zelfs een masteropleiding robotics waar studenten zich twee jaar bekwamen in robotica en kunstmatige intelligentie.”
Volgens hem is flexibiliteit de komende jaren de grootste uitdaging voor robots. “Binnen fabrieken werken ze efficiënt, maar in minder gestructureerde omgevingen is menselijke tussenkomst nodig.” Kunstmatige intelligentie zal hier volgens hem in de toekomst verandering in brengen. “Over veertig jaar zullen robots zelfstandiger zijn en complexere beslissingen nemen – met een impact die we nu nog niet kunnen overzien.”
Maatschappelijke relevantie
Vanaf 2006 wijzigde de opzet van Delft Integraal. De nadruk verschoof van wetenschappelijke verdieping naar bredere communicatie over de TU Delft. In 2007 nam de redactie van het journalistieke universiteitsblad Delta de productie over en kreeg de hoofdredacteur ook de verantwoordelijkheid voor Delft Integraal. Ook de journalistieke benadering veranderde: in plaats van actief wetenschappelijk nieuws te verzamelen, werd de redactie weer deels gevoed door de wetenschappelijke adviesraad.
In 2014 verdween de titel Delft Integraal van de omslag en kwam hiervoor het logo DI (en in de Engelse versie DO) in de plaats. Het magazine werd meer thematisch en verscheen vier keer per jaar, met onderwerpen variërend van plastic en schaarste tot veerkracht en de zee.
In 2022 vond een volgende verandering plaats. Delft Integraal werd Delft Matters en het aantal edities werd teruggebracht tot twee per jaar. Het blad kreeg een sterkere focus op de gehele TU Delft-gemeenschap en was gericht op zowel alumni, studenten als wetenschappelijke medewerkers.

De online versie van de eerste editie van het papieren magazine Delft Matters.